De 10 meest gestelde vragen over multimeters!
Een multimeter is een meetinstrument dat verschillende elektrische grootheden kan meten, zoals spanning (volt), stroom (ampère) en weerstand (ohm). Sommige modellen hebben extra functies zoals temperatuur-, capaciteit- of frequentiemetingen. Dankzij deze veelzijdigheid is de multimeter een onmisbaar hulpmiddel in het onderwijs, bij praktijklessen elektriciteit en elektronica, en ook bij hobbyprojecten.
Omdat er vaak vragen opduiken over het gebruik en de functies van multimeters, hebben we de 10 meest gestelde vragen verzameld!
1. Hoe gebruik je een multimeter veilig?
- Zorg dat de multimeter correct ingesteld staat op de juiste functie.
- Werk je met een Manual Range Multimeter? Begin bij stroom- en spanningsmetingen altijd met het hoogste bereik.
- Gebruik nooit een stroommeetstand om direct spanningen te meten – dat kan tot kortsluiting leiden.
- Sluit de meetkabels correct aan (zwart in COM, rood in de juiste poort).
- Werk voorzichtig bij metingen boven de 30 volt.
2. Wat betekenen de symbolen op de knoppen?
- V~ / VAC: Wisselspanning (AC)
- V- / VDC: Gelijkspanning (DC)
- A~ / A-: Wissel- of gelijkstroom
- Ω: Weerstand
- Continuïteit: vaak een geluidsicoon dat test op elektrische verbinding
- Diode-test: symbool met een driehoek met streepje
Daarnaast hebben veel modellen extra functies zoals frequentie, capaciteit (condensatoren) of zelfs temperatuurmeting.
3. Wat is het verschil tussen autorange en manual range multimeter?
- Autorange multimeter: kiest automatisch het juiste meetbereik. Je hoeft dus enkel de juiste meetfunctie te kiezen en de multimeter bepaalt zelf het bereik.
- Manual range multimeter: hierbij moet je zelf het bereik instellen (bijvoorbeeld 200V, 20V, 2V). Dit vraagt iets meer ervaring maar kan handig zijn voor snellere en gerichte metingen.
4. Wat is het verschil tussen CAT I, CAT II, CAT III en CAT IV bij multimeters?
De CAT-classificatie (Category Rating) geeft aan voor welk type elektrische installatie of omgeving een multimeter veilig gebruikt kan worden.
- CAT I – Metingen aan laagspanningscircuits die niet direct verbonden zijn met het lichtnet. Bijvoorbeeld: elektronica, batterijen of apparaten op laag voltage.
- CAT II – Metingen aan huishoudelijke apparaten of draagbare toestellen die via een stopcontact zijn aangesloten (bijv. koffiezet, televisie).
- CAT III – Metingen in de vaste installatie van gebouwen. Denk aan stopcontacten, verdeeldozen, schakelaars, verlichtingsinstallaties en vaste bekabeling.
- CAT IV – Metingen dicht bij de bron van de stroomvoorziening, zoals de hoofdaansluiting, elektriciteitsmeters, verdeelkasten en buitenleidingen.
Hoe hoger de CAT-waarde, hoe beter de multimeter beveiligd is tegen piekspanningen en kortsluitstromen. Voor gebruik in scholen en bij huishoudelijke toepassingen zijn CAT II of CAT III multimeters doorgaans het meest geschikt.
5. Wat betekent AC en DC bij metingen met een multimeter?
- AC (Alternating Current / Wisselstroom): dit is de stroom die wisselt van richting, zoals het elektriciteitsnet in huis (230V).
- DC (Direct Current / Gelijkstroom): dit is stroom die één richting op gaat, zoals uit batterijen en accu’s.
Een multimeter kan meestal beide soorten meten, maar het is wel van groot belang dat je de juiste stand kiest.
6. Hoe sluit je de meetkabels aan bij verschillende metingen?
- Sluit de zwarte meetsnoer altijd aan op de COM-poort.
- Sluit bij spannings- of weerstandmetingen de rode snoer aan op de VΩ-poort.
- Bij stroommetingen gebruik je de A- of mA-poort, afhankelijk van het bereik.
7. Wat is een diode- en continuïteitstest?
- Een continuïteitstest (of doorgangstest) controleert of er een gesloten stroomkring is (dus of twee punten elektrisch met elkaar verbonden zijn). Als de verbinding goed is, geeft de multimeter een pieptoon of laat hij een lage weerstandswaarde zien. Dit is handig bij het testen van kabels, schakelaars en soldeerverbindingen.
- De diode-test controleert of een diode normaal werkt en in welke richting stroom doorlaat.
8. Hoe herken je fouten of niet-werkende meetwaarden?
- “OL,” “OVER” of “1” betekent overbelasting of te laag bereik.
- Een “0” of knipperende nul geeft meestal aan dat het bereik te hoog is.
9. Welke multimeter is het meest geschikt voor schoolgebruik?
Voor lessen elektriciteit en elektronica zijn digitale multimeters met autorange-functie het meest geschikt. Ze zijn eenvoudig in gebruik, veilig voor leerlingen en kunnen snel meerdere metingen doen zonder foutieve instellingen.
Op https://www.gotron.be/multimeter-voor-op-school kan je de meest verkochte multimeters terugvinden.
10. Wat is het verschil tussen een multimeter voor hobby en een professionele multimeter?
- Multimeters voor hobbygebruik zijn meestal eenvoudiger, betaalbaarder en ideaal voor basismetingen zoals spanning, stroom en weerstand. Merken zoals UNI-T bieden betrouwbare toestellen die perfect zijn voor school of thuisprojecten.
- Professionele multimeters daarentegen hebben vaak een robuustere behuizing, hogere meetnauwkeurigheid, uitgebreidere functies (zoals True RMS, logging of hogere CAT-veiligheidscategorieën) en zijn bestand tegen intensief dagelijks gebruik. Fluke is een bekend merk dat wereldwijd wordt ingezet door technici en ingenieurs voor professioneel gebruik.
Hulp nodig bij de keuze van een multimeter?
We helpen je graag verder bij de keuze of het gebruik van een multimeter!